Laat de kinderen in een kring staan met de handen vast. Om een kind hangt een hoepel deze moet doorgegeven worden zonder de handen los te laten....

De kinderen zitten in kleermakerszit in een kring. Eén kind staat in de kring en roept terwijl ze de ballon omhoog gooit een naam van een ander kind. Dit kind moet zorgen dat ze in de kring is voordat de ballon de grond raakt.

1 leerling staat in het midden van de kring, vanuit de kring noemt iemand een naam. De genoemde leerling moet zo snel mogelijk een andere naam noemen. Is hij/zij niet snel genoeg en wordt hij/zij getikt voor het naam noemen dan moet hij/zij in het midden van de kring en proberen te tikken

De deelnemers worden in twee groepen verdeeld. De groepen gaan naast elkaar zitten met de rug naar het andere groepje. De spelleider kies van elke groep een deelnemer uit en plaatst deze twee deelnemers met de rug naar elkaar in het midden. De andere deelnemers mogen zich nu omdraaien en proberen door middel van bewegingen duidelijk te maken aan hun eigen persoon uit de groep wie er achter hem staat. Welk groepje is het snelst?

Laat de kinderen in een rij gaan staan,( maar zonder te praten)

- op lengte

- van blond haar naar steeds donkerder

- van donkere ogen naar lichte ogen

- van grote voeten naar kleine voeten.

indien gewenst van te voren 2 spelleiders aanwijzen

Namenbingo
Iedereen krijgt een bingokaart. Op deze bingokaart, staan beschrijvingen die matchen met de leerlingen. Bijv: Zit op een paardrijden, heeft familie in het buitenland, is enig kind of heeft een hond, lust geen patat. Alle kinderen krijgen de opdracht om op zoek te gaan naar andere deelnemers die voldoen aan een van de beschrijvingen. Heeft de deelnemer iemand gevonden, dan zet hij of zij de naam van de diegene bij de beschrijving. Dit gaat net zo lang door, totdat iemand de kaart vol heeft en "Bingo" roept. De kaart wordt door de leerkracht gecontroleerd.

Vraag de kinderen  zonder praten op alfabet te gaan staan, met A aan de linker kant en Z aan de rechterkant. Wanneer ze toch gaan gebaren of praten, probeer hierop te coachen, maar laat ze het verder helemaal zelf uitzoeken. Je kunt ook 1 of 2 kinderen aanwijzen die de groep op alphabet moet zetten. Zonder te praten    

De kinderen zitten in een kring. De leerkracht (of aangegwezen kind) begint vervolgens met: “Ik ga op reis en neem kees mee”. kees zit naast de spelleider en zegt vervolgens het zelfde zinnetje. Hij noemt eerst de naam van de spelleider, van zichzelf en daarna de naam van de volgende deelnemer.
De rij namen wordt steeds langer en langer, totdat iedereen een keer aan de beurt is geweest.

Zet alle stoelen in een kring, daarop zitten de kinderen. Een stoel is vrij. en een leelring staat in de kring.

De leerling links naast de vrije stoel roept een naam van een van de leerlingen. Deze moet zo snel mogelijk op de vrije stoel gaan zitten. Terwijl de leerling middenin eerder op de nu vrijgekomen stoel probeert te gaan zitten. Wie het laatst op een van de stoelen zit moet in het midden gaan staan. Dan roept de leerling links van de vrije stoel een andere naam.

De kinderen krijgen allen evenveel kaarten, maakt niet uit of het kaartspel volledig is of niet. De leerkracht begint zich voor te stellen met bijvoorbeeld: ik heb bruin haar, ik heb een hond,...

Wanneer een kind een gelijkenis vindt in de voorstelling met haar eigen leefwereld, gooit het een kaart neer en zegt wat de gelijkenis is, bijvoorbeeld: ik heb ook een hond. Het kind dat een gelijkenis heeft gevonden mag verder gaan.

Elk kind krijgt een kaartje op de rug met daarop de naam van een bekend persoon, stripfiguur, of popband.

Het is de bedoeling dat je door middel van vragen stellen erachter komt wat er op jouw kaartje staat.

Je mag alleen vragen stellen waarop met ja of nee kunt antwoorden. Je mag aan iedereen vragen stellen. Krijg je van iemand op je vraag nee te horen, dan moet je een andere speler opzoeken om vragen aan te stellen. Wie raadt het snelst welke naam eer op de rug staat een deelnemer aan het spel?